Beheerder van deze site
H. Jagersma,
Opbouw en functie van Leviticus 1:1-9, 7-13.
K.A.D. Smelik,
Een ezel stoot zich in ’t gemeen …: Een verkenning van Numeri 22-24, 14-30.
Richtsje Abma,
Pioniers in het land: De dochters van Selofchad in Numeri 27:1-11, 31-47.
René G.J. Venema,
Israël en de talrijke volken: Deuteronomium 7, 48-55.
K.A.D. Smelik & H.-J van Soest,
Overlijdensteksten in het boek Koningen: De compositie van het boek Koningen (3), 56-71.
K.A. Deurloo,
JHWH’s koninklijke terugkeer naar Sion en de functie van zijn knecht tegenover de Gola, in DeuteroJesaja, 72-80.
Klara Butting,
The Book of Esther: A Reinterpretation of the Story of Josef: Innerbiblical critique as a guide for feminist hermeneutics, 81-87.
Rochus Zuurmond,
Vlees en bloed van de mensenzoon: Opmerkingen bij Johannes 6:53, 88-96.
Ben Hemelsoet,
Een vader had twee zonen: De verhalen van het zaad van Abraham, op het Loofhuttenfeest (Joh. 8:30-37), 97-112.
Dirk Monshouwer,
“Staat op, laten wij vanhier gaan!” (Joh, 14:31): Een kleine oefening in de eenheid van het vierde evangelie, 113-126.
Saskia Ketelaar,
De ‘onvruchtbare’ moeders in de Hebreeuwse Bijbel, 7-19.
Monique Leygraaf,
Vreemdeling in Sodom: (Genesis 19:1-11), 20-30.
K.A.D. Smelik,
Lot tussen Noach en Abraham: Hergebruik van een verhaalmotief in Genesis, 31-37.
C. den Hertog,
De naam van de god van de profeten: Exodus 3:13-15, 38-61.
K.A.D. Smelik & H.-J van Soest,
Openingsformules in het boek Koningen: De compositie van het boek Koningen (2), 62-86.
Bert de Wit,
Voorwerpen in de tempel: Een begeleidend motief in het boek Koningen, 87-105.
K.A. Deurloo,
Chulda’s profetie: Een collage van woorden uit het boek Jeremia (2 Koningen 22:15-20), 106-115.
J.W. Mazurel,
Het woord עץ in Ezechiël 37:16-20, 116-121.
Rochus Zuurmond,
De ‘overspelige’ vrouw, 122-130.
K.A. Deurloo,
Berseba: Genesis 21:22-34, 7-13.
A. Dicou,
Wanneer zegent Isaak Jakob? Interpretatie en vertaling van Genesis 27:23, 14-22.
J.C. Siebert-Hommes,
Hebreeuwse vrouwen brengen ‘leven’ voort: Exodus 1:19, 23-34.
Anne Marijke Spijkerboer,
Geheimzinnigheid en geheimenis in 1 Samuël 9-10, 35-41.
J.W. Wesselius,
Openbare en verborgen motieven voor handelingen in de verhalen rondom koning David, 42-64.
Anne Helmers-van Tricht,
Profeet tussen boer en koning: Jeremia 14:1-15:4, 65-77.
K.A.D. Smelik,
Text, Kanon und Tradition: Einige methodische Überlegungen, 78-83.
Ben Hemelsoet,
De Zoon des Mensen: De Heer van de sabbat, de knecht des Heren, volgens Mattheüs, 84-100.
D. Monshouwer,
‘Naar Efraïm genaamde stad’: Johannes 11:54, 101-112.
Rochus Zuurmond,
Schepping bij Paulus, 113-141
M. Kessler,
Boekbespreking [Uwe F.W. Bauer, כל הדברים האלה All diese Worte: Impulse zur Schriftauslegung. Expliziert an der Schilfmeererzählung in Exodus 13,17-14,31 (EH, 442), Frankfurt am Main u.a. 1991], 142-147.
K. A. Deurloo,
Hagar en Ismaël (Genesis 16 en 21), 9-15.
J.C. Siebert-Hommes,
Mozes – “vreemdeling” in Midjan, 16-20.
Bernd Jørg Diebner,
De besnijdenis van Mozes in het boek Exodus: Een geval dat om verklaring vraagt, 21-36.
Jan Heller,
Sjema‘ als fundament van “monotheïsme”? 37-44.
K.A.D. Smelik,
De weduwe uit Sarefat: De literaire functie van 1 Koningen 17:8-24, 45-56.
Stephan de Jong,
Het verhaal van Hizkia en Sanherib: 2 Koningen 18,17-19,37 / Jesaja 36-37 als narratieve reflectie op de Ballingschap, 57-71.
Yehoshua Gitay,
Oratorical Rethoric: The Question of Prophetic Language with Special Attention to Isaiah, 72-83.
A. Dicou,
De structuur van de verzameling profetieën over de volken in Jeremia 46-51, 84-87.
Ben Hemelsoet,
De Zoon des Mensen, die niet heeft dat Hij zijn hoofd neerlegge, die macht heeft op de aarde om zonden te vergeven, volgens Mattheüs, 88-102.
F.H. Breukelman,
De werkwijze van een evangelist: (Exegese van Mattheüs 26:1-2), 103-119.
Rochus Zuurmond,
Glossolalie op Pinksteren? Notities bij Handelingen 2:4, 120-128.
Gerda Elata-Alster & R. Salmon,
Midrashic Interpretation and the Discourse of Paradox: The “Two Creation Stories”: Genesis 1-2:4a and 24b-3:24, 129-143.
K.A.D. Smelik,
Vertellingen in de Hebreeuwse Bijbel: De benadering van het bijbelse verhaal door Palache, Beek en diens leerlingen, 8-21.
Frans H. Polak,
Het bijbels verhaal als palimpsest: Over de rol van de diachronie in de structurele analyse, 22-34
K.A. Deurloo,
Abraham, profeet (Gen.15 en 20), 35-46.
Jopie Siebert-Hommes,
Twelve women in Exodus 1 and 2: The role of the daughters and sons in the stories concerning Moses, 47-58.
H.-J. van Soest,
“Jullie broeders trekken ten strijde en jullie willen hier blijven?” Landtoewijzing voor het aangezicht van JHWH in Numeri 32, 59-76.
J. van Dorp,
De tempelrestauratie van Joas (2 Koningen 12): Het gebruik van een motief in het boek Koningen, 77-89.
A. Dicou,
Geen wijsheid meer in Edom: Jeremia 49,7 en Obadja 7-8, 90-96.
Ben Hemelsoet,
De verzoeking van Jesus in de woestijn, 97-116.
Leo van den Bogaard,
Vertalen van metaforen en vergelijkingen, met name in Hooglied, 117-135.
K.A.D. Smelik,
De Hebreeuwse Bijbel als historische bron, 9-22.
M.J. Mulder,
De Hebreeuwse Bijbel als historische bron: Tegenreferaat, 23-27.
H. Leene,
Deuterojesaja en de val van Babel, 28-37.
W.A.M. Beuken,
Deuterojesaja en de val van Babel: Vervolgreferaat, 40-44.
B.P.M. Hemelsoet,
De Bijbel en zijn geschiedenis, 45-52.
K.A. Deurloo,
Leven voor mens en dier: De narratieve betekenis van Genesis 1:29-30, 53-63.
J. van Dorp,
Wat is die steenhoop daar? Het graf van de man Gods in 2 Koningen 23, 64-79.
J.G. Amesz,
… plotseling is Babel gevallen: Een onderzoek naar de rol van JHWH en Mardoek in teksten over de val van Babel (Jer. 50/51 en Cyrus-cylinder), 80-86.
T. Baarda,
De namen van de kinderen van Levi: De duiding van de namen Gersjôn, Qehath, Merari en Jochebed in het Testament van Levi 11, 87-107.
Rochus Zuurmond,
De misdaad van Ruben volgens Jubileeën 33:1-9, 108-116.
D. Monshouwer,
Het vierde evangelie en de joodse eredienst opnieuw bezien, 117-135.
Leo van den Bogaard,
De functioneel-equivalente vertaaltheorie slecht verdedigd of niet te verdedigen? 136-150.
F.H. Breukelman en B.P.M. Hemelsoet,
Van “Nieuwe Vertaling” naar “Groot Nieuws”: Over het grondbeginsel van bijbelvertalen, 9-22.
K.A. Deurloo en Aleida G. van Daalen,
De vertaling van Genesis 4:1-16: Een toetsing van de vertaling in de Groot Nieuws Bijbel, 23-35.
K.A. Deurloo,
Na de moord (Gen. 4:25,26), 36-42.
K.A.D. Smelik,
De dynastieën van Omri en Jehu: De compositie van het boek Koningen (1), 43-69.
Jaap van Dorp,
Wie zal Achab verleiden? Over thema en geschiedenis van 1 Koningen 22:1-38, 70-82.
A.J.O. van der Wal,
Achtergrond en rhetorische functie van Amos 3:1-2, 83-90.
Hanna Blok,
Geografie bij Amos, 91-110.
Leo van den Bogaard,
Amos in de Groot Nieuws Bijbel: Functioneel-equivalent vertaald? 111-143.
P.W. van der Horst,
Schriftgebruik bij drie vroeg joods-hellenistische historici: Demetrius, Artapanus, Eupolemus, 144-161.
Rochus Zuurmond,
De rechtvaardige zal door het geloof leven: Habakuk 2:4 bij Joden en Christenen vóór het jaar 135, 162-173.
B.P.M. Hemelsoet,
De berg van de Bergrede: Een hoogtepunt in de theologie van Mattheüs, 174-187.
F.H. Breukelman en B.P.M. Hemelsoet,
Van “Nieuwe Vertaling” naar “Groot Nieuws”: Over het grondbeginsel van bijbelvertalen, 9-22.
K.A. Deurloo en Aleida G. van Daalen,
De vertaling van Genesis 4:1-16: Een toetsing van de vertaling in de Groot Nieuws Bijbel, 23-35.
K.A. Deurloo,
Na de moord (Gen. 4:25,26), 36-42.
K.A.D. Smelik,
De dynastieën van Omri en Jehu: De compositie van het boek Koningen (1), 43-69.
Jaap van Dorp,
Wie zal Achab verleiden? Over thema en geschiedenis van 1 Koningen 22:1-38, 70-82.
A.J.O. van der Wal,
Achtergrond en rhetorische functie van Amos 3:1-2, 83-90.
Hanna Blok,
Geografie bij Amos, 91-110.
Leo van den Bogaard,
Amos in de Groot Nieuws Bijbel: Functioneel-equivalent vertaald? 111-143.
P.W. van der Horst,
Schriftgebruik bij drie vroeg joods-hellenistische historici: Demetrius, Artapanus, Eupolemus, 144-161.
Rochus Zuurmond,
De rechtvaardige zal door het geloof leven: Habakuk 2:4 bij Joden en Christenen vóór het jaar 135, 162-173.
B.P.M. Hemelsoet,
De berg van de Bergrede: Een hoogtepunt in de theologie van Mattheüs, 174-187.
F.H. Breukelman,
Een beoordeling van de Nieuwe Vertaling (slot): De weergave van de stam yasha‘, 9-26.
Rochus Zuurmond,
Sodom: De geschiedenis van een vooroordeel, 27-40.
K.A. Deurloo,
Omdat ge gehoord hebt naar mijn stem (Gen. 22), 41-60.
K.A.D. Smelik,
“Een vuur gaat uit naar Chesbon”: Een onderzoek naar Numeri 20:14-21; 21:10-35 en parallelplaatsen, 61-109.
Jaap van Dorp,
Het ezelinneverhaal in Numeri 22-24, 110-117.
Aleida G. van Daalen,
“Vertel mij toch al het grote dat Elisa gedaan heeft”: 5. Samenhangen binnen de verhalen I Kon. 17 – II Kon. 13, 118-134.
Stephan de Jong,
Hizkia en Zedekia: Over de verhouding van 2 Kon. 18:17-19:37 / Jes. 36-37 tot Jer. 37:1-10, 135-146.
P.C. Beentjes,
De stammen van Israël herstellen: Het portret van Elia bij Jesus Sirach, 147-155.
Dirk Monshouwer,
Uitverkoren ballingen – 1 Petrus 1:1v., 156-164.
Menachem Bolle,
Torah, Neviim, Ketuvim ‘im Perus: “Da‘at Miqra” (Hebreeuwse bijbel met commentaar “Da’at Miqra”) onder redactie van A. Mirsky, e.a. Jeruzalem, Mosad Ha-Rav-Kook, 1970vv., 165-170.
F.J. Hoogewoud,
Publicaties van prof. dr. M.A. Beek 1974-1984, 171-178.
F.H. Breukelman,
Een beoordeling van de Nieuwe Vertaling (vervolg): De weergave van de stam yasha‘, 8-25.
K.A.D. Smelik,
De intocht van de ark in Jeruzalem, 26-36.
Aleida G. van Daalen,
“Vertel mij toch als het grote dat Elia gedaan heeft: 4. Elisa en de Sunamitische en de zalving van Jehu. Samenhangen binnen de Elia-Elisa verhalen, 37-48.
H. Leene,
חור en העומשׁ in Jesaja 37,7: Een kwestie van verhaalhorizon, 49-62.
Dirk Monshouwer,
Jesaja als evangelisch beginsel, 63-73.
B.P.M. Hemelsoet,
Moest de Christus dit niet lijden, 74-82.
Rochus Zuurmond,
De ethiek van de Bergrede, 83-96.
Albert van der Heide,
“Een van zijn ribben”: Vorm en functie van de middeleeuwse joodse Bijbelexegese, 97-131.