Beheerder van deze site
Eckhart Otto,
Hoofdlijnen van het moderne onderzoek van Deuteronomium, 1-22.
Theo J.J. Krispijn,
Verdragen en internationale politiek in het oude Nabije Oosten, 23-41.
Adri J.O van der Wal,
Een nieuw bestaan: Gegeven identiteit, gegeven land: Deuteronomium – Jozua als tweelingboek, 43-53.
Paul Sanders,
Geen beelden maar teksten, 55-77.
Klaas A.D. Smelik,
Moestuin of wijngaard? Deuteronomium 11:10-17 in context, 79-88.
Karel A. Deurloo,
Mozes’ dood als daad van gehoorzaamheid: Deuteronomium 34:5, 89-92.
Niek A. van Uchelen,
Deuteronomium of devarim: Deuteronomium 1:1,3 en 5 – voorbeelden van middeleeuwse tekstuitleg, 9396.
Cees Houtman,
Naar een land beter dan Kanaän: Deuteronomium 34:1-8 in jeugd- en gezinsbijbels, 97-125.
Cees Houtman,
Het levenseinde van Mozes verbeeld: Deuteronomium 34:1-8 op prenten en andere afbeeldingen, 127144.
Klaas Spronk,
Het boek Jona: Een overzicht van het recente onderzoek , 1-22.
Eep Talstra,
Tussen structuur en strategie: Tekstanalyse van Jona 1-4, 23-45.
Jopie Siebert-Hommes,
‘Een kikajonstruik om Jona te redden …’ (Jona 4:6): Compositie en interpretatie in het boek Jona, 47-58.
Tineke Drieënhuizen,
Jona in de herhaling, 59-70.
Jaap van Dorp
Enkele aantekeningen bij de vertaling van Jona 1:1, 71-80.
Piet van Midden,
Zingen met Jona, 81-89.
Klaas Spronk,
Hoe Jona uit de vis kwam: Jona 2:11 in de beeldende kunst, 91-100.
Klaas A.D. Smelik,
Mens en dier in zak en as: De bijfiguren in het boek Jona, 101-111.
Albert Kamp,
De dynamiek van verandering: Over de consequenties van een dynamisch godsbeeld in Jona 3:10, 113129.
Karel A. Deurloo,
‘Was dit niet mijn woord….’: Jona 4:2, 125-129.
Janet W. Dyk,
Als God twee keer vraagt: Overwegingen bij Jona 4:4-11, 131-138.
Bert Jan Lietaert Peerbolte,
Het teken van Jona als christologische typologie, 139-150.
Hans de Wit,
Lezen met Jona: Jona in intercultureel perspectief, 151-166.
Wim C. Delsman,
Het boek Prediker: Een overzicht van het recente onderzoek, 1-24.
Aart Schippers,
De opbouw van het boek Prediker, 27-50.
Pius Drijvers,
Alles is lucht? De betekenis van het woord הֲֵבֵל in het bijbelboek Prediker, 51-61.
Klaas A.D. Smelik,
De rol van God in het boek Prediker, 63-75.
Niek A. van Uchelen,
Prediker in de Misjna: Prediker 1:5 en 4:12 als citaten, 77-80.
B.F. Drewes,
Prediker in Indonesië en elders: Contextueel uitgelegd, 81-93.
Dries Blokker,
Kohelet: Een wijze, maar ook een herder en leraar van het volk: Prediker 12:9-12, 95-101.
Klaas Spronk,
Prediker in de Nieuwe Bijbelvertaling: Een beschrijving, 103-115.
Jaap van Dorp,
Enkele aantekeningen bij de vertaling van Prediker 3:5A, 117-123.
F.J. Hoogewoud en Leo van den Bogaard,
Prediker / קֹהֶֶלֶת: Enkele notities bij Een vertaling om voor te lezen en een voorpublicatie van 3:1-9, 125131.
Henk Jagersma,
Het boek Numeri: Een overzicht van het recente onderzoek, 1-28.
Egbert Rooze,
Amalek in Numeri: Amalek: de voorhoede van de gojim, 29-48.
Aarnoud Jobsen,
De Bileam-episode in het boek Numeri, 49-57.
Eep Talstra,
De priester, de naam en de gemeente: Bijbelse theologie als rollenspel, 59-68.
Cees Houtman,
Een absoluut gebrek aan vertrouwen in JHWH: Numeri 13 en 14, gezien door de ogen van de schrijver van Deuteronomium, 69-85.
Dick Boer,
Dure genade: Numeri 16:1-35, 87-96.
Irene Zwiep,
Verhalen of verzen, traditie of bronnen? Numeri’s woestijnverhalen in rabbijnse tradities, 97-110.
Willem A.M. Beuken,
De zegen van Aäron (Num 6:22-27): Zijn wederwaardigheden in de overlevering, 111-115.
Bernard Rootmensen,
De woestijn als metafoor: Pastorale en homiletische notities bij de woestijnverhalen uit Numeri, 117-134.
Joop Boendermaker,
Pasen in de woestijn: Numeri liturgisch gelezen, 135-138.
Klaas Spronk,
Het boek Richteren: Een overzicht van het recente onderzoek, 1-36.
Hanna Blok,
‘En het land had veertig jaar rust’: De bewoners van Israël in het tijdperk van de Richteren, 37-53.
Piet van Midden,
Lees maar: er staat niet wat er staat. Verborgen theologie in Richteren, 55-63.
Henk Jagersma,
Geen andere goden: Richteren 3:1-6, 65-69.
Hans de Wit,
Lezen met Jaël: Op weg naar interculturele hermeneutiek, 71-96.
Klaas A.D. Smelik,
Gideon, held of antiheld? Karakterisering van een personage in het boek Richteren, 97-109.
F.J. Hoogewoud,
Simson Revisited: In memoriam Dr. Aleida G. van Daalen, leesmoeder in Amsterdam, 111-124.
Willien C.G van Wieringen,
Een dochter in de aanbieding (Ri. 15:2): De wederwaardigheden van de dochters in het boek Richteren als teken van verval, 125-138.
Uwe F.W. Bauer,
Richteren 17-18 als ‘anti-verhaal’ van teksten uit Genesis – 2 Koningen, 139-157.
Lidwied M.A. van Buuren,
Het raadsel van de ‘bijvrouw’ te Gibea in Richteren 19, 159-175.
Karel A. Deurloo,
In memoriam Ben Hemelsoet, 1-2.
Christiane de Vos,
De Psalmen – Een kleurrijk boek met een kleurrijk onderzoek: Aspecten van het recente onderzoek naar de Psalmen, 3-17.
Harm van Grol,
De strofische analyse van Psalm 26: Een visie op versbouw, 19-31.
Klaas Spronk,
Het raadsel van Palm 49: Enkele opmerkingen over vorm en inhoud, 33-45.
Eep Talstra,
Alle zegen komt van boven, ook als zij van beneden komt: Gedachten bij Psalm 87, 47-60.
Pierre Auffret,
‘Een die daar is geboren’: Structuuranalyse van Psalm 87, 61-70.
Niek A. van Uchelen,
Psalm 114: Vorm en functie, 71-78.
Karel A. Deurloo,
Liederen van opgang uit de ‘ballingschap’: De Psalmen 120-134, 79-87.
Thijs Booij,
Psalm 122: Liefde tot Jeruzalem, 89-102.
Cees den Heijer,
Psalmen in het Nieuwe Testament, 103-114.
Irene Zwiep,
Magie, poëzie, exegese, geschiedenis: Een verkenning van middeleeuwse joodse benaderingen van het boek Psalmen, 115-130.
Emmanuele Sipkema en Karin Lelyveld,
De regel van de H. Benedictus en het gebruik van de Psalmen: Een spiritualiteit van de psalmen, 131-137.
Christiaan Winter,
‘Zet de zang in!’De psalmen in de liturgie, 139-149.
Eberhard Bons & Erik Eynikel,
Hosea in de recente exegetische literatuur, 1-21.
Klaas Spronk,
Hosea als onderdeel van het boek van de twaalf profeten, 23-35.
Richtsje Abma,
Thora verzaken, land verlaten! Bijbels-theologische noties in het boek Hosea, 37-50.
Karel A. Deurloo,
Solidariteit en barmhartigheid, 51-60.
Janet W. Dyk,
Verbanning of vergeving? Hosea 1:6 in het licht van verbale valentie patronen, 61-73.
Cok den Hartog,
De Godsnaam in Hosea 1:9: Een commentaar op Exodus 3:14? 75-88.
Jopie Siebert-Hommes,
‘Want anders: ik zal haar naakt uitkleden’: Het gebruik van de huwelijksmetafoor in het boek Hosea, 89100.
Dirk Monshouwer,
Hosea in de liturgie, 101-114.
Joep Dubbink,
Eén boek, vele visies: Een overzicht van de stand van het onderzoek naar Jeremia, 7-31.
Frank H. Polak,
Twee redacties van het boek Jeremia uit de Perzische tijd: De Septuaginta en de Masoretische tekst, 3243.
K.A.D. Smelik,
Mijn knecht Nebukadnessar in het boek Jeremia: Een provocatie aan de lezer, 44-59.
Martin Kessler,
The Judgement-Promise Dialectic in Jeremiah 26-36, 60-72.
G.J. Venema,
De woorden van JHWH, de mond van Jeremia en de hand van Baruch: Jeremia 36:17-18, 73-79.
J.G. Amesz,
Grote stenen en een brief: Een vergelijking tussen twee teksten met een tekenhandeling in het boek Jeremia (Jer. 43:8-13 en 51:59-64), 80-98.
K.A. Deurloo,
Sporen van Jeremia in Genesis 18:14 en 37:35? 99-106.
B.P.M. Hemelsoet,
Wie zeggen de mensen dat de Zoon des Mensen is? Jeremia als antwoord, 107-125.
J. Mazurel,
Citaten uit het boek Jeremia in het Nieuwe Testament, 126-139.
Mary Phil Korsak,
Hebrew Word Patterns Retained in English: in Genesis 2:4b-3:24, 9-21.
G.J. Venema,
Brood at ik niet, water dronk ik niet: Deuteronomium 9:8,18, 22-25.
K.A.D. Smelik & H.-J van Soest ,
Bronverwijzingen in het boek Koningen: De compositie van het boek Koningen (4), 26-41.
A.R. van der Deijl,
De functie van het thema ‘oorlog’ in het boek Koningen, 42-59.
Martin Kessler,
De scharnierfunctie van Jeremia 25:1-29: Tekst en context synchroon gelezen, 60-76.
A.J.O. van der Wal,
“Opdat Jakob weer Gods dienaar kan zijn”: Opbouw en achtergrond van Jeremia 30:5-11, 77-93.
K.A. Deurloo,
Literaire terugblik in Jona? 94-97.
K.A.D. Smelik,
Het plan dat niet doorging …: Gods verborgenheid in het boek Ester, 98-105.
Ben Hemelsoet,
Hebt gij niet gelezen in het boek van Mozes …: Exodus 3:6 en de opwekking van de doden, 106-120.
Ype Bekker,
Johannes 21 als slot en sleutel van het evangelie: Een bijbels-theologische beschouwing, 121-132.
J.W. Wesselius,
Herodotus, vader van de bijbelse geschiedenis? 9-61.
K.A. Deurloo,
Eerstelingschap en koningschap: Genesis 38 als integrerend onderdeel van de Jozefcyclus, 62-73.
K.A.D. Smelik,
Correspondentie in ballingschap: De literaire en tehologische functie van Jeremia 29, 74-89.
N.A. Schuman,
Hosea 4:1-3: De schepping teruggedraaid? 90-105.
B.-J. Diebner,
Wann sang Debora ihr Lied? Überlegungen zu zwei der ältesten Texte des TNK (Ri 4 und 5), 106-130.
K.A.D. Smelik,
Nieuwe ontwikkelingen rond de inscriptie uit Tel Dan, 131-141.