Inhoudsopgave
Sam Janse,
De apocriefe geschriften ingeleid, 1-13.
Joep Dubbink,
Deuterocanonieke geschriften, de canon en de bijbelse theologie, 15-25.
Leo van den Bogaard, Tobit, 27-38.
Jan Willem van Henten,
Het loflied voor Judas Makkabeüs in 1 Makkabeeën 3:3-9, 39-46.
Panc Beentjes,
De wijsheid van Salomo, 47-59
Otto Mulder,
Ben Sira en de wijsheid, 61-80.
Adri van der Wal,
In de stroom van de traditie: Jezus Sirach, 79-86.
Bob Becking,
Er waren eens drie jongelingen …: Over de functie van een Hellenistische hofvertelling in 3 Ezra, 87-96.
Pieter Oussoren,
Buiten de vesting gelezen: Aspecten van het vertalen van de deuterocanonieke geschriften, 97-100
Gerda Hoekveld,
De theo-politieke context van Rembrandts deuterocanonieke werk: De tekst als uitleg van zijn tijd, 101117.
Christos P. Tsekrekos,
Over tien van de canonieke boeken van de Bijbel: De plaats van de anaginoskomena in de Orthodoxe Kerk, 119-129.